Eén van de moeilijkste dingen tijdens de vakantie is plannen. Het is vreemdgenoeg dé manier om rust te brengen in een periode die eigenlijk even loskomen van structuur zou moeten zijn. Ik heb gemerkt dat het aangeven van enige ijkpunten in de dag bij ons het beste werkt en meestal heb ik de taak om de dagen te plannen en in te delen. Soms, loopt dit echter nog wel eens in het honderd.
Zo was de namiddagactivteit ultiem gewijzigd tot een bezoek aan het dorpje Garderen. Dit Midden-Veluwse dorpje is op zich niet zo indrukwekkend, maar het lag op een perfecte fietsafstand voor onze kapoenen en gaf ons de kans om vanop ons ijzeren ros de groene weelde te beleven. Gewapend met kaart, fruit en het zuivere water, vertrokken we vol goede moed. De rit ging gemoedelijk en ondanks het feit dat we de aanduidingbordjes niet vonden – omdat hagen of distels deze met uitstekende versluier taktieken aan het oog onttrokken – reden we op gevoel quasi loodrecht op ons doel af. Garderen kwam langzaam maar zeker in zicht en als ultieme verwelkoming was daar de Garderense molen in vol ornaat, die zoals de Nederlandse traditie het wil, een nieuwe bestemming als VVV kantoor had gekregen. Het plan om in Garderen een stukje loopwerk te verrichten kreeg langzaam vorm en de hulpvaardige dame van het toerismekantoortje kwam na enig zoekwerk met een echt uitgestippelde wandeling op de proppen. Op het moment dat het plan in elkaar lijkt te passen verliest een mens als het ware zijn denkvermogen en worden er geen vragen meer gesteld. Ons viertal vertrok dus op wandeltocht.
De eersten die pienter de ballon van tevredenheid bij de ouders om het gelukte plan doorprikken zijn vaak eigen vlees en bloed. De vraag “Papa, hoe ver is de wandeling?” wens je steeds zo lang mogelijk uit te stellen. Bij het uitspreken van de afstand van 7,5 km drong stilletjes bij mij door dat dit misschien wel een erg lange tocht zou worden en mogelijks – of vrijwel zeker – een ondoordachte beslissing was geweest. De zon was in haar volle glorie aanwezig, maar gelukkig gaf de bomenrij ons de nodige schaduw. Met een stapliedje probeerden vrouwtjelief en ikzelf de eerste zure gezichten bij onze kleinsten te doen vervagen en elkaar te bemoedigen met de kennis dat ze deze afstand ooit wel hadden gestapt. We haalden dan ook betrekkelijk vlot onze eerste kilometer. Na de bomenrij echter werden we verwelkomd door het mooie open veld. Héél mooi, absoluut, maar het ontbreken aan bomen zorgde ervoor dat onze stappertjes vrij snel aan hun kookpunt zaten. Gekoeld water kan dan tijdelijk een oplossing bieden, maar dit effect is snel uitgewerkt. Wij als verantwoorde ouders geven echter het goede voorbeeld en opgeven stond niet in ons woordenboek. We gingen dan ook dapper verder. Onze synchroon uitgekiemde figuur van “twee aan twee” brak echter snel uit elkaar naar “één van drie op een rij en ééntje slenterend achterop op geruime afstand van de koplopers”. Alleen de jongste leek nog vatbaar voor de trukkendoos van papa en mama. De oudste leek selectief doof en zag misschien het eerst het nutteloze van de situatie in. De zon deed de rest …
Meter na meter brandde ze zachtjes gaatjes in het idee van papa en mama tot uiteindelijk papa het eerst aan de verschijnselen van een luchtspiegeling ging lijden. Tijd om handelen dus, we vonden in de oase van warmte en zonneschijn gelukkig één mooie grote boom en maakten daar al ons fruit in een mum van tijd soldaat. Langzaam maar zeker kwamen we opnieuw op krachten en de hoop naar een lekker fris drankje en misschien wat meer gaf ons de nodige energie om de terugtocht van vermoedelijk een kleine twee kilometer aan te vatten. Bij het terugstappen merk je pas hoe ver je reeds gevorderd bent. Als het water op is, smelt ook het veiligheidsgevoel als sneeuw voor de Veluwse zon. Het dromen naar een fruitsap met twee ijsklontjes voor onze jongste en een platte water met vijf ijsklontjes voor onze oudste gaven de twee deugnieten de nodige kracht om voetje voor voetje dichter bij ons einddoel te komen. Iedereen tuurde bij elke stap naar een glimp van één van de monumentale wieken, goed beseffend dat we deze pas achter de bomenrij echt zouden gaan zien.
Genietend van een drankje, een pannekoek en kinderijsje konden we alle vier goed lachten om ons stuntelige avontuur. Onze terugtocht per fiets is verder zonder noemenswaardige problemen verlopen. Eén ding weet ik zeker, het moet niet altijd perfect zijn om toch een fijne namiddag te beleven. Hoop naar perfectie werd hoop naar een drankje met ijsklontjes … of andersgezegd, je bent nooit te oud om te leren.
Tags: molen