Archief | juli, 2012

De Hoop

31 jul

Eén van de moeilijkste dingen tijdens de vakantie is plannen.  Het is vreemdgenoeg dé manier om rust te brengen in een periode die eigenlijk even loskomen van structuur zou moeten zijn.  Ik heb gemerkt dat het aangeven van enige ijkpunten in de dag bij ons het beste werkt en meestal heb ik de taak om de dagen te plannen en in te delen.  Soms, loopt dit echter nog wel eens in het honderd.

Zo was de namiddagactivteit ultiem gewijzigd tot een bezoek aan het dorpje Garderen.  Dit Midden-Veluwse dorpje is op zich niet zo indrukwekkend, maar het lag op een perfecte fietsafstand voor onze kapoenen en gaf ons de kans om vanop ons ijzeren ros de groene weelde te beleven.  Gewapend met kaart, fruit en het zuivere water, vertrokken we vol goede moed.  De rit ging gemoedelijk en ondanks het feit dat we de aanduidingbordjes niet vonden – omdat hagen of distels deze met uitstekende versluier taktieken aan het oog onttrokken – reden we op gevoel quasi loodrecht op ons doel af.  Garderen kwam langzaam maar zeker in zicht en als ultieme verwelkoming was daar de Garderense molen in vol ornaat, die zoals de Nederlandse traditie het wil, een nieuwe bestemming als VVV kantoor had gekregen.  Het plan om in Garderen een stukje loopwerk te verrichten kreeg langzaam vorm en de hulpvaardige dame van het toerismekantoortje kwam na enig zoekwerk met een echt uitgestippelde wandeling op de proppen.  Op het moment dat het plan in elkaar lijkt te passen verliest een mens als het ware zijn denkvermogen en worden er geen vragen meer gesteld.  Ons viertal vertrok dus op wandeltocht.

De eersten die pienter de ballon van tevredenheid bij de ouders om het gelukte plan doorprikken zijn vaak eigen vlees en bloed.  De vraag “Papa, hoe ver is de wandeling?” wens je steeds zo lang mogelijk uit te stellen.  Bij het uitspreken van de afstand van 7,5 km drong stilletjes bij mij door dat dit misschien wel een erg lange tocht zou worden en mogelijks – of vrijwel zeker – een ondoordachte beslissing was geweest.  De zon was in haar volle glorie aanwezig, maar gelukkig gaf de bomenrij ons de nodige schaduw.  Met een stapliedje probeerden vrouwtjelief en ikzelf de eerste zure gezichten bij onze kleinsten te doen vervagen en elkaar te bemoedigen met de kennis dat ze deze afstand ooit wel hadden gestapt.  We haalden dan ook betrekkelijk vlot onze eerste kilometer.  Na de bomenrij echter werden we verwelkomd door het mooie open veld.  Héél mooi, absoluut, maar het ontbreken aan bomen zorgde ervoor dat onze stappertjes vrij snel aan hun kookpunt zaten.  Gekoeld water kan dan tijdelijk een oplossing bieden, maar dit effect is snel uitgewerkt.  Wij als verantwoorde ouders geven echter het goede voorbeeld en opgeven stond niet in ons woordenboek.  We gingen dan ook dapper verder.  Onze synchroon uitgekiemde figuur van “twee aan twee” brak echter snel uit elkaar naar “één van drie op een rij en ééntje slenterend achterop op geruime afstand van de koplopers”.  Alleen de jongste leek nog vatbaar voor de trukkendoos van papa en mama.  De oudste leek selectief doof en zag misschien het eerst het nutteloze van de situatie in.   De zon deed de rest …

Meter na meter brandde ze zachtjes gaatjes in het idee van papa en mama tot uiteindelijk papa het eerst aan de verschijnselen van een luchtspiegeling ging lijden.  Tijd om handelen dus,  we vonden in de oase van warmte en zonneschijn gelukkig één mooie grote boom en maakten daar al ons fruit in een mum van tijd soldaat.  Langzaam maar zeker kwamen we opnieuw op krachten en de hoop naar een lekker fris drankje en misschien wat meer gaf ons de nodige energie om de terugtocht van vermoedelijk een kleine twee kilometer aan te vatten.  Bij het terugstappen merk je pas hoe ver je reeds gevorderd bent.  Als het water op is, smelt ook het veiligheidsgevoel als sneeuw voor de Veluwse zon.  Het dromen naar een fruitsap met twee ijsklontjes voor onze jongste en een platte water met vijf ijsklontjes voor onze oudste gaven de twee deugnieten de nodige kracht om voetje voor voetje dichter bij ons einddoel te komen.  Iedereen tuurde bij elke stap naar een glimp van één van de monumentale wieken, goed beseffend dat we deze pas achter de bomenrij echt zouden gaan zien.

Genietend van een drankje, een pannekoek en kinderijsje konden we alle vier goed lachten om ons stuntelige avontuur.  Onze terugtocht per fiets is verder zonder noemenswaardige problemen verlopen.  Eén ding weet ik zeker, het moet niet altijd perfect zijn om toch een fijne namiddag te beleven.  Hoop naar perfectie werd hoop naar een drankje met ijsklontjes … of andersgezegd, je bent nooit te oud om te leren.

Zonder Energie

21 jul

Deze namiddag hadden we alles op orde.  De garage was opgeruimd, de zolder opnieuw wat voller gestouwd met prullaria en de dieren waren gevoederd.  Er was zelfs tijd geweest voor een verkwikkend powernapje dat de energiereserve opnieuw had geladen.  Energie, iets wat deze namiddag een zeer voorname rol zou spelen.

In Frankrijk waren het de ronderenners die hun energieverlies zo goed mogelijk probeerden te verdelen tijdens de lange afsluitende tijdrit van “Le Tour”.  Elk perste het laatste beetje uit hun afgepeigerde lijf dat drie weken een loodzware uitputtingsslag had gestreden.  Op het koningsplein te Brussel waren het de deelnemers van het defilé die op de nationale feestdag synchroon voorbij onze vorst marcheerden en de groepsenergie ten toon spreiden.

Hier thuis waren het vooral onze jongens die hun energie aan het kanaliseren waren en volledig opgingen in hun spelletje.  Vrouwtjelief was al dweilend de finishing touch aan het verwezelijken in de garage en ik genoot van de beelden van de beeldbuis.  Alles normaal dus … tot plots … “tjak” … niets meer!

In een eerste reactie denk je aan de tv, vervolgens werkt ook het licht niet en wordt de stroomkast onder de loep genomen.  Alhoewel … water (van het dweilen) en geen stroom wekte bij mij in eeste instantie de vrees voor kortsluiting op.  Vrouwtjelief werd dus even kort maar krachtig ondervraagt en gaf een al even krachtig antwoord terug.  We zaten zonder stroom, maar was het enkel bij ons?

Eén voor één zagen we de buren vragend naar buiten komen.  “Ook geen stroom?”, ging heen en weer en je zag zo de opluchting bij de vraagsteller bij het zien van lotgenoten.  De smalltalk kon even en de tijd was nu van minder belang.  Langzaam maar zeker daagde ook wat er nu ontbrak.  Geen internet om de tijd zonder tv te doden, geen warme koffie want geen microgolf, geen gsm want de batterij was leeg, geen water voor het toilet want de pomp werkte niet.  De afhankelijkheid is groot besef je dan.

De zon leek te beseffen dat ze iets extra moest doen en als bij donderslag maakten de wolken plaats voor blauwe lucht en zonneschijn.  De tuin leek nu veel aantrekkelijker en al snel zat iedereen in de groententuin of spelend in het gras.  In huis was het stil, geen radio of tv, geen gezoem van de koelkast of de diepvriezer.  Ook dat had zijn charme en blijkbaar recht op zijn moment.  Tot plots die dubbele biep weerklonk, als voorbode van wat komen zou.  De start van een nieuwe energieboost die door de kabels het dorp, de straat en vervolgens het huis in vloog.  Elk toestel werd wakker en de stilte werd doorbroken.

De straat en ook de tuin liep leeg.  Als magneten werd éénieder aangetrokken tot wat met energie werd gevoed.  De jongens waren superblij en dankbaar voor wat zo normaal geworden is.  Het leven hernam weer zijn gewone gang, alsof er nooit een onderbreking was geweest.  Hoe hard moet het zijn zonder energie.  Ik hoop dat ik het nooit leren moet.

Albère

20 jul

Als jonge tiener kreeg ik van mijn papa een beeldje dat we geërfd hadden van mijn grootvader.  Het  was een beeldje van Sint Albertus en had altijd een voorname plaats gekregen bij opa thuis.  Papa was op zoek naar een geschikte plaats en kwam mijn kamer binnengestapt.  “Hier is het beeldje van opa, laten we dit hier ergens ophangen” zei papa.  Samen keken we de kamer rond en kwamen tot het besluit dat de muur naast mijn bureau ideaal zou zijn.  Het houten schrijntje werd opgehangen en Sint Albertus kreeg zijn plaats.

Eenmaal opnieuw alleen in mijn kamer besloop me even de gedachte om het beeldje toch niet hier te laten hangen.  Zou dit niet te belachelijk overkomen voor mijn vrienden die hier af en toe zouden komen?  Vreemd genoeg leek één actie me voldoende om de twee gevoelsuitersten (belachelijk versus erfstukje én aldus dus belangrijk) te verenigen.  Een stukje papier en wat plakband brachten soelaas en voldaan keek ik naar het resultaat.  Sint Albertus was Albère geworden.  Zijn nieuwe naam gaf het oude beeldje een hedendaagse toets die volstond om in een jeugdkamer te overleven.  Oud en jong verenigd in de strijd om het diploma.  Zijn strenge blik volstond om opnieuw die concentratie op te roepen en de speelsheid te laten varen.  Zijn luisterend oor was er steeds als ik niet verder kon en even stoom moest aflaten.  Zijn aanwezigheid van goudwaarde als ik steun nodig had.  Had Opa het misschien allemaal zo voorzien?

Albère heeft het niet overleefd.  Ondanks zijn jarenlange staat van dienst bij Opa en bij mezelf is hij verloren gegaan in de laatste verhuis.  Doch, ik ben er zeker van dat hij ergens een nieuwe taak gekregen heeft.  En is dat niet zo, dan mag hij fier zijn.  Ook hij kneedde me tot wie ik ben.

Albère, oprecht bedankt!

Appel

19 jul

“Mag ik een appel”? Het zinnetje dat ontegensprekelijk verbonden is met onze jongste zoon. Zijn favoriete fruitsoort dat elk gaatje in zijn kleine maag opvult en hem altijd even zoet houdt. Een zoethoudertje in elk opzicht. De soort is van geen belang, het kleur daarintegen wordt elke keer grondig geinspecteerd. Draaiend wordt elke kleurgradatie en oneffenheid bestudeerd en in dat kleine hoofdje wordt minisieus de appel gequoteerd. Alleen de beste wint, al is dat relatief. Na enige tijd heeft de jonge snaak opnieuw honger en krijgt een nieuwe appel een tweede kans.

Wanneer de appel wordt geschild volgen zijn ogen heel gericht de beweging van het aardappelmesje. Eigenlijk maakt het hem niet uit dat er wordt geschild. Het liefst van alles vilt de kapoen straks de geschilde slierten van hun vlees als toetje op zijn appelmaaltijd. Maar zoals de meester het wil, wordt eerst de appel in vier gedeeld en gepresenteerd in een bordje. Bij het vullen van het bordje ontglipt me telkens een lachje bij de gedachte aan de omgekeerde frisbee die bij meter dienst doet als bord. Ook daar heeft onze zoon een stuk van zijn appelambacht geleerd.

De degustatie van de appel is echter hét moment. De smaakpapillen op scherp en het aroma van de appel tot zich nemend onderscheid hij smaken zuur, zoet en bitter. Een zachte “mmm” ontglipt de kenner en dan weten we dat het goed is. Opnieuw kan dan de rust wederkeren en krijgen zijn zintuigen tijd om te ontspannen. De appel-lokroep sterft even weg en ook wij hernemen onze bezigheden.

We vinden het goed zo. Genieten van kleine dingen kan zo mooi zijn. Het past ook in de natuurmens die onze jongste zoon wel is. En trouwens, zegt het spreekwoord niet “One apple a day, keeps the dokter away”? Ik geloof het graag.

Reiskriebels

19 jul

Reiskriebels, een fantastisch gevoel. Verwachting, verlangen, benieuwdheid én hoop samengeperst in één gevoel. Reeds vele dagen voor het vertrek aanwezig en steeds voller en overheersender naarmate dat moment van vetrek nadert. Ook dit jaar zijn ze weer in volle glorie aanwezig.

Ik merk dat met de kriebels, ook de waakzaamheid steeds vaker opduikt. Vaak wordt deze gewekt door kleine dingen: auto = staat er genoeg spanning op de autoband?, google maps = weet ik hoe ik rijden moet?, pillendoos = is de medicatie in orde?, mail = is de reservatie bevestigd? … Vreemde verbanden worden gelegd in dat hoofd. Het roept ook herinneringen op naar het papiertje dat door papa voor de reis werd opgemaakt. Initiëel het verzamelmeesterwerk van behouden en zorgeloos vertrekken om vervolgens doorkrast en gekreukt bedankt te worden voor bewezen diensten.

Spijtiggenoeg eindigen de reiskriebels bij vertrek vaak op het podium en is het hoogste schavotje gereserveerd voor angst en gejaagdheid. Familie Zen is dan even Familie stress. Dit jaar echter wordt het anders. Als bedreven strategen hebben vrouwtjelief en ikzelf de richting en bakens uitgezet. Elk kent zijn taak, elk weet wanneer we vertrekken. “Less is More” is de leuze voor de koffers en de nacht brengt raad op elk mogelijk probleem. Trippel P houdt de kinderen in de pas en de liefde is sterk als nooit tevoren. Kortom … we zijn er klaar voor.

Reiskriebels, een fantastisch gevoel … dat dit jaar nog intenser wordt. Procul Dubio!

De Klant is Koning

19 jul

Klant is Koning

De term “De klant is koning” is iets wat ik reeds sinds mijn jeugdjaren met me meedraag. Als zoon van ouders met een zelfstandig beroep leer je heel snel dat de klant ook buiten de zaak koning blijft. Zo kijken mijn eigen kinderen nog steeds vreemd op als ik tegen jan en alleman “Goeiedag” blijf zeggen en knikken, én dat tot in het buitenland toe. De “klant” kon vroeger immers steeds opduiken en verwachtte dan een vriendelijke knik of enige vorm van herkenning.

Wie echter deze term niet hoog in het vaandel draagt is onze relatiebeheerder bij de bank, die ik hierna – met plezier – de naam Jos geef. De goede man handelt meer volgens de term “de waarheid in pacht hebben”. Het kleine kamertje dat reeds jaren dienst doet als zijn “paleis van eigen kunsten” heeft onze relatiebeheerder gekweekt tot een eerder cynisch en zelf-genoegzaam man. Jos heeft geleerd dat humor en cijfermateriaal het gevoel van vertrouwen bevordert. Humor is echter iets persoonlijks en houdt dus een zeker risico in.

Jos, als ik een voorstel mag doen … plaats een plant(je) in je bureau. Speel wat muziek, plaats een aromabeker, het maakt niet uit … maar maak het gezellig. Laat ook de humor achterwege, wees correct, maar vooral: respecteer ons! Geef ons het gevoel dat we welkom zijn en meebouwen aan een bank met een ziel. Geef even een schouderklopje voor de spaaropdrachten, de domiciliëringen, de maandelijkse verrichtingen, de reclame op de bankkaart. Laat ons zweven op het wolkje van gewaarborgde spaarrekeningen en eersteklasse dienstverleningen.

Jos, “De klant is koning” hoeft niet noodzakelijk waar te zijn, maar die illusie is geld waard. En is dit nu net niet de doelstelling van onze Bank? We spreken elkaar ooit nog wel Jos, al weet ik niet of dit in dezelfde rol zal zijn. En misschien, is dit wel mijn grootste relatiegeschenk.