Tag Archives: file

Autoburen

10 dec

Door professionele omstandigheden proef ik de laatste tijd heel vaak van “het leven zoals het is … Autorijden”. Gek hoe je zoveel tijd kan doorbrengen in een – als je het heel simplistisch bekijkt – blikken doos met vier wielen en een zeteltje. Het gevoel van het rijden kende ik al. Dat, heeft me laatste tijd weinig bijgebracht. Maar de bedrijvigheid en vooral de numerieke aanwezigheid van dit vervoersmiddel, dát heeft me echt versteld doen staan. De lange en verre verplaatsingen naar onze Limburgse landgenoten verruimden mijn stereotiepe routine van vertrek en eindtijd. Het had immers geen zin om slechts halve dagen ter plaatse te zijn of uren in de file te gaan staan. Ik vertrok dus om 6 uur en kwam vaak na 19u terug thuis. Eens uit je routine stappen (ongewild of niet), levert vaak andere ervaringen op. Pas als je die (in mijn geval) tienjarige route verlaat en op andere momenten dan voorheen langs bepaalde punten voorbij komt, besef je hoe erg je steunt op structuur. Voorheen kon ik perfect aan de bus van de Herzeelse school aftoetsen hoe laat of hoe vroeg ik die dag was. Iets verderop kon ik aan de meneer met de Jeep merken of ik al wat van mijn achterstand had ingehaald. En zo, had ik op mijn vaste traject verschillende ijkpunten, die ik (vaak onbewust) stelselmatig ging afwegen. Nu echter, was ik die structuur wat kwijt. Op zo’n vroeg uur, was ik nog maar zelden vertrokken. Ik kon dan ook moeilijk afwegen hoe het met mijn tijdschema zat. Door het ontbreken van enige houvast ga je scherper observeren. Daardoor lijken sommige zaken ook veel bedreigender of groter dan ze in werkelijkheid zijn. De bedrijvigheid op zo’n vroeg uur, sloeg me echter met verstomming. Van zodra je deel gaat uitmaken van de autostrade abonnees, stijgt de intensiteit van het verkeer enorm. Ik kan er echter nog steeds met mijn hoofd niet bij dat op zo een onmenselijke uur (en dat zeker voor een langslaper als ik), er vaak nauwelijks een plekje vrij was op de verschillende autostrade rijstroken. Het was van moment 1 vechten om je plaatsje te bemachtigen tussen Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs, bestelwagens van allerlei soort en personenwagens waar vaak (en ja daar hoorde ik ook bij) maar 1 persoon in aanwezig was. Ik, die meestal wakker word in de auto met vogelmuziek of oceaangeluid van Dan Gibson of met Radio 1 (maar dan heel zacht), moest plots direct aan de bak. Optrekken, remmen, weer optrekken, weer remmen. Tjonge jonge, was me dat even wat anders dan dat slakkengangetje waarmee ik de secundaire wegen voorheen afreed naar mijn dagelijkse job. Ik wist eerlijk gezegd amper waar ik het had. Af en toe stond het verkeer dan stil. Dan kon ik stiekem even spieken in de wagens naast me. Ik zag er de gekste dingen. Slapende mannen met hun mond wijd open, een man die al rijdend de krant las, een verkoper die op de iPad met grafieken in de weer was. Ja, gelukkig ook gewone mensen. Een vrouw die haar lippen stiftte, een koppel dat ruzie had en mensen die – net als ik – probeerden om de dag te beginnen (in alle rust, ahum) en heelhuids op hun werk aan te komen. De meeste van mijn autoburen waren gelukkig de ergste nog niet. Ik herinnerde terstond mijn allereerste keer op Ring Rotterdam. Ik reed er met mijn toenmalig Peugeotje 205 als enige Belg tussen honderden Nederlanders. Ik had nog geen GPS en wist amper welke kant ik uit moest. Dan had ik het nu in mijn veilige wagen met comfortabele zeteltjes, verwarming en eigen muziek toch echt wel goed. Ik was zelfs niet alleen, want de vriendelijke dame van de Gps wist me steeds op tijd en stond de nodige aanwijzingen te geven. En zo reed ik gesterkt door de vele hulp die ik had naar mijn bestemming. Ik wist en weet dat ik dit soort van traject de komende maanden nog vaak zal moeten afleggen. Hoe dan ook, geniet ik opnieuw ten volle. Als ik de kans heb om tussen de lange trajecten eens een dag naar mijn vaste werkplaats te rijden, ben ik blij. Ik geniet van het iets langer slapen, van de patronen die ik anders moet missen zoals de bus en de Jeep. En vooral van de rustige weg. Als ik dan toch het lange traject moet nemen, geniet ik van de auto. Van de grappige autoburen in de file of van de vele lichtjes van de steden waar ik voorbij zoef. Leuven en Brussel zijn in deze context echt wel knap! Dus eigenlijk heb ik het best wel goed. En misschien ben ik zelf wel al die tijd een ijkpunt voor een andere werkende mens geweest. Hopelijk peuterde ik toen – die eerste keer – net niet in mijn neus …