Afbeelding

Nog één dag. Nog één keer slapen.

20 jul

Nog één dag. Nog één keer slapen.

Dan zijn we weer compleet. Opnieuw gezellig met ons vier. Onze oudste telg terug in het nest. Het gezin verenigd. Op zijn sterkst.

Wat hebben we dit onderschat. Het gemis van een kind. Het afwezig zijn van de eerste boorling. Elke vezel schreeuwt het uit. Elk moment brengt een herinnering.

Voor het slapen sturen we een nachtzoen en een knuffel. Bij het ontwaken wat goede energie. We hopen op een veilige maar fijne kampdag. We hopen dat hij gelukkig is.

De liefde voor onze oudste jongen. De angst en het gemis. Het hoort erbij en leert ons los te laten. Onze jongen wordt groot. Ontdekt het leven. Ervaart de vrijheid en zelfstandigheid.

Morgen verwelkomen we hem met een tornado aan knuffels. Eten frietjes en laten hem weer wennen aan ons huis. Zijn thuis waar hij zijn plaats heeft. De veilige haven met een warm onthaal.

Tien dagen onthulden hoeveel we van onze kroonprins houden. Tien dagen merkte ons viertal op een onuitwisbare manier. We werden allen sterker. Waarderen meer dan ooit het samenzijn. Het leven als gezin met vier.

Nog één nacht. Nog één keer slapen.

Het Reynaert Bijenvolk

9 jun

1000 Zonnen

Samen met mijn jongste zoon zat ik gisteren de compilatie van 1000 zonnen te bekijken. Mijn interesse werd gewekt door het item “Vraag en Aanbod” waarin alles om ruilen draait. In ruil voor één van zijn bijenkorven, vraagt een imker dat iemand zijn fiets herstelt. Simpele, eerlijke en recht-uit-het-hart televisie vond ik dat. Geen franjes. Geen utopische verhalen. Maar het leven zoals het zijn kan als mensen elkaar helpen.

Kennismaking

Imker Ruben plaatste dus een bijenkast in het midden van een biologische tuin. Uiterst goed zichtbaar voor het hele gezin en met respect voor de (uit)vliegroute van de korfbewoners. Vanaf nu was het dus genieten van de bezige activiteit van het honingvolkje. Dat er tegenwoordig zelfs kasten in de stad én op scholen (ja, zelfs op de speelplaats!) worden geplaatst was voor mij voldoende. Twijfel was er niet meer. Dit leek me een superidee! Alleen nog even de wederhelft consulteren …

Nieuwe tuingenoten?

Aan het ontbijt kwam vanochtend de mogelijke komst van de nectarspeurneuzen ter sprake. De verse koffiekoeken voor vaderdag smaakten en gaven dit moment nog meer glans. Vrouwtjelief was – wat had ik nu gedacht – natuurlijk onmiddellijk gewonnen voor het idee. Het idee dat onze fruitbomen – en die van de buren – dankzij onze eigen bijen zouden worden bestuifd, was voor ons beiden een onweerstaanbaar element. Onze eigen honing en het feit dat we hiermee de bijensterfte helpen voorkomen was gewoon een extra troef.

Adopt-A-Bee

Via de website van BeeYourself werden we vandaag dus lid van het Adopt-a-bee programma. Voor 50 € per jaar komt een Imker 4 tot 6 keer langs om ons vliegend tuinvolkje te onderhouden en te oogsten. De kast wordt via een waarborg van 150€ ook ter beschikking gesteld. Wij kunnen alvast niet wachten tot het Reynaert bijenvolkje spoedig op bloesemjacht gaat! Wordt vervolgd …

De kracht van een naam

4 apr

Ik sta zelden of nooit stil bij mijn eigen naam. Hoe zou het ook? Mijn naam klinkt zo vertrouwd. Rolt bij elke begroeting over mijn lippen. Wordt steevast onderaan elke mail of geschrift vernoemd. Elke gedachte of schrijfsel die ik met mijn medemens deel of de wereld instuur, krijgt als signatuur mijn naam. Gemerkt maak ik deze eigen. Patenteer de woorden met hun intonatie als een parfum dat zich langzaam met de lichaamsgeur vermengt.

Confrontatie

Gewoontegetrouw spreek ik mensen aan met hun voornaam. Niet alleen schept dit een persoonlijke band. Het maakt mijn confrater ook duidelijk dat ik bij de eerste woordenwisseling heb geluisterd. Zo was het ook deze namiddag. Een telefoontje naar Dreamland om de beschikbaarheid van een Waveboard te toetsen, bracht me in gesprek met Chris. Een vrolijk “Hallo met Chris” beantwoordde ik spontaan met “Dag Chris, met Wim …”. Chris diende terstond een level hoger te schakelen bij het uitvoeren van zijn taak. Ik wist immers met wie ik belde…

Even schrikken

Wachtend op een reactie van Chris zat ik pijltjes te tekenen op het papiertje dat voor me lag. Ik was zeker dat Chris me de juiste informatie zou verstrekken. Het was alleen nog even wachten tot hij de juiste zaken had nagekeken. Plots klonk daar “Wim …?” aan de andere kant van de lijn. Even was ik van slag. Chris kende mijn naam nog. Hij gaf me een koekje van eigen deeg. Ik was direct alert en had een fijn gevoel om zoveel klantvriendelijkheid.

Sun Tzu

Chris had deze namiddag perfect zijn taken uitgevoerd. Enerzijds had hij een fantastisch en heel correct telefoontje gepleegd. Anderzijds had hij het juiste Waveboard punctueel opzij gezet. Ikzelf ben echter nog steeds van mijn melk. “Wim” ben ik al sinds jaar en dag. Maar deze keer klonken de drie letters als een woord dat ik nog nooit had gehoord. Ik was volledig verrast. Was tactisch volledig overklast. Meer dan ooit echter besef ik nu de kracht van een naam. Zou Sun Tzu dat ook ooit hebben ontdekt? Ik moet dringend “The Art of War” eens lezen …

Winterprik

23 mrt

Troosteloos de dag door? Dat dacht je maar. Een twee-uurtje aan de keukentafel. Elk vond zijn gading. Lekkere koffie. Soep met balletjes. Een chocomelk met een beetje speculoos. Buiten de kou en sneeuw. Binnen de warmte van ons gezin. Vier keer een glimlach. Vier keer genieten. Wie maalt dan om die kleine winterprik?

Papa Francisco

15 mrt

Daar was hij dan. De handen gekruist. Nederig en sober in zijn verschijning. Groots in zijn eenvoud. De massa schreeuwde. Was uitzinnig. Euforisch om de nieuwe Christen vader. Blij dat de beweging wederom een leider had.

In zijn hoofd tolden de gedachten. Voelde hij de last reeds op zijn schouders wegen. Was er even die twijfel en die onvermijdbare angst. Het sierde hem, Papa Francisco. De Argentijn met Italiaanse roots besefte duidelijk zijn taak. Begreep ook welke rol hij had.

Alle emoties liet hij toe. De wereld aanschouwde zijn gevoel. Hij greep ontwapenend terug naar de basis. Het gebed. Het plein werd stil en was verenigd. Zonder woorden werd zoveel gezegd. Geen franjes meer. Alleen de kern.

De jezuiet koos woensdagavond een schitterende naam. De keuze voor Franciscus vertaalt zijn empathie met hen zonder enig bezit. De elite apostel loochent duidelijk de Vaticaanse rijkdom. Ik juich het toe en voel alvast de energie die deze man reeds losmaakt.

Ik wens hem moed om te veranderen, te moderniseren en verjonging toe te staan. Kracht om te besluiten. Wijsheid om zijn kerk te leiden met een open geest. Niet het instituut, de gebouwen of de dienst zijn heilig. Wel de mensen. De gemeenschap. Waar liefde, vriendschap en medeleven centraal staan. Zonder onderscheid. Een baken van licht in een wereld die op zoek is naar zichzelf. Een samenleving die vreugde brengt maar ook ruimte laat voor stilte. Verdriet absorbeert en omzet naar hunkering tot leven. Die steun biedt aan hen die geen schouder hebben om te steunen.

De verantwoordelijkheid om de kerk te veranderen. Die ligt niet alleen bij deze Paus Franciscus. Hij brengt hoop, geloof en zette ons woensdag weer op weg. Nu, is het echter onze beurt.

Carnaval

10 feb

Vrijdagochtend rond tien voor zes sloeg de schrik me even om het hart. De weergoden hadden onze rustige straat een wit kleedje aangemeten. De neerdwarrelende sneeuwvlokken waren nog steeds duchtig aan het werk en vervulden hun taak om elk onaangeroerd plekje te bedekken met brio. Het schouwspel was rustgevend, dat wel, maar moest dit nu net vandaag? De dag waarop onze kapoenen er met hun carnavalsstoet op uit zouden trekken. Mijn laatste hoop lag bij de buienradar. Het kleine app-je op de ipad had onze weerman Frank al meermaals verslagen als het op accuraatheid aankwam. Een paar kleine vingertoetsen later ontsnapte me een kleine zucht van verlichting. Met trots gaf mijn digitale weermaatje aan dat de sneeuwwolken heel beperkt waren in omvang. De witte vaste waterlanders zouden binnen een klein uurtje plaatsmaken voor het zonnetje. Carnaval was gered. En ik kon straks het goede nieuws vertellen aan onze twee hartendiefjes.
Lang liet de eerste kapoen niet op zich wachten. Terwijl ik nog volop de slaap verdreef tijdens het wassen, liep onze jongste al opgewekt de badkamer binnen. Een zinnetje met daarin het woord “sneeuw” later, werd de glimlach op zijn gezicht nog groter dan die al was. Carnaval in de sneeuw? Kon het nog leuker? Dat dacht ik niet! De oudste liet zich zoals steeds het ochtendritueel welgevallen. De slaap nog koesterend en zich knus in zijn deken nestelend, negeerde hij ostentatief de koude ochtendlucht die door het open raam naar binnenkwam. Hij nam zijn tijd en mwist net lang genoeg de limiet van papa’s geduld op de proef te stellen alvorens ook hij aan de wasarbeid wou beginnen. Een klein half uurtje later en na een onvoorziene speurtocht naar de riem van de jongste, zaten we aan het ontbijt vooruit te blikken naar de dag van de twee jongens. De oudste zou voor de eerste keer deelnemen aan de wedstrijden voor de verkiezing van prins karnaval en had duidelijk zenuwen. Wat peptalk van coach papa en wat grapjes van de kalender verder waren we klaar om hun feestelijke dag aan te vatten. Gepakt met confetti, boterhammen, een koek en grote verwachtingen stapten de carnavalisten rond kwart voor negen de schoolpoort binnen. Papa was van geen tel meer. De dag waar ze zo naar hadden uitgekeken kon beginnen. Met een gerust hart kon ook ik thuis mijn voorbereidingen gaan treffen voor deze namiddag.
Een paar uurtjes later parkeerde ik de wagen strategisch in een zijstraat van de school. Wandelend bevond ik mij in het midden van een driehoek die de stoet zou aandoen. In een laatste check kon ik inwendig de twee reserve zakken confetti, de camera en het fototoestel afvinken. Ik was er klaar voor. En blijkbaar was ik niet alleen. Al bij het openen van de autodeur kwamen carnavalstonen mij tegemoet en werd ik terstond in de zotte stemming gekatapulteerd. De kou werd op meesterlijke wijze verdreven door de warme gedachten en de hoge verwachting. Deze temperen was onbegonnen werk. Rond mij liepen menig ouders en grootouders de richting van de school uit. Allen verenigd in de gedachte en verwachting aan een kleurrijk en feestelijk schouwspel. Op school was de spanning voelbaar. Klassen waren nog een laatste keer snel hun dansje aan het oefenen in een uithoekje van de speelplaats. Anderen kwamen kleurrijk uitgedost rechtstreeks van de schminktafel. De confetti had iedereen nog op zak, maar lang mocht en kon het niet meer duren. De grijpgrage handjes van de allerkleinsten hadden de grootste moeite om het ronde papierplezier niet reeds uit te zaaien. Mama’s en papa’s stroomden toe en ook ik was in blijde verwachting van mijn lieve wederhelft. Net voor de stoet zou vertrekken vonden we elkaar in de mensenmassa en zoals afgesproken posteerden we ons op het rond punt. Niet alleen zou de stoet hier vertragen om de halve bocht te nemen. Tevens zorgde deze er voor dat de weg hier net iets langer was dan op eender welke plaats. Goed geplaatst en klaar voor het spektakel hoorden we in de verte de tonen van de verkleed colonne dichterbij komen. En of die kleine bengeltjes er een spektakel van hadden gemaakt. Wickie de viking’s, Engeltjes, Peter pan’s, Angry Birds, Lieveheersbeestjes, Alvin and the chipmunks, Fabiola’s, Mascha’s en de beer en tenslotte de Obelixen stapten een eerste keer voorbij. Confetti vloog heen en weer. Slingers sierden de lucht en de muziek vulde de omgeving met de themaliedjes van elke klas. Ook ik voelde de kindervreugde terug door mijn lijf vloeien en nam gretig deel aan het gooien van de confetti-snippers. Onze kapoenen genoten zichtbaar en gaven papa en mama meesterlijk de volle laag als ze ons in het vizier kregen. De agenten, de leerkrachten en de directeur zorgden dan weer voor de veilige doortocht en een alziend oog. Gelukkig maar, want op een moment dat de meeste ouders alleen maar oog hadden voor hun kleine ukjes hielden zij een oogje in het verkeerszeil. En dat deden ze met stijl! Doorheen de tocht werd de inhoud van onze confetti-zakken verplaatst naar menig jas en haarnestje. Thuis zouden we waarschijnlijk nog weken genieten van het ronde kleurpapier. Met dank aan Danny mocht ook ik een halve doortocht confetti voelen tot in mijn onderlijfje. De tocht werd ook door de omwonenden gesmaakt. Vaak zag je ze piepen achter hun gordijn of stonden ze breedlachend te zwaaien op hun stoep. Het maakte van het spektakel alleen maar een groter volksfeest. Jong en oud waren letterlijk verenigt in de sfeer van zang, klederdracht, plezier en vriendschap. De stoet kreeg een orgelpunt op de speelplaats. Daar danste elke klas nog een finaal themadansje. Dat onze oudste kapoen enig aanleg voor het muziektoneel bleek te hebben stemde ons nog meer tevreden.
Een drankje en een hotdog later kwamen we alle vier geschminkt en goedgemutst terug thuis. Het kacheltje kon aan en het vuur verbeeldde krachtig de warme vlammen die in ons hart aan het branden waren. We hadden er allen een fijne dag op zitten. Een dag waar vriendschap, geluk en samenhang de straten van Aaigem weer hadden gevuld. Wij waren er deel van geweest en dat voelde goed. En de snippers? Die namen we er graag bij. Voor de komende weken zouden ze elke keer wel weer een vlammetje doen ontwaken als ze onverwacht uit één van de jassen of schoenen zouden vallen. Geluk zit vaak in kleine dingen …

20130210-104217.jpg

Waarom Lance niet Lance beste vriend zou kunnen zijn

19 jan

Ik ben er klaar mee. Genoeg is genoeg. Hier houdt het op. Mijn hele lijf zat duidelijk te wachten op deze beslissing. Mijn spieren beginnen te ontspannen, mijn hoofd is helder en ik voel me opgelucht. In de spiegel kijk ik in mijn eigen ogen. Ze staren troosteloos terug maar vertellen tegelijk zoveel. De spiegels van de ziel tonen me wie ik werkelijk ben. Het beeld is niet fraai, maar ik dwing mezelf tot deze confrontatie:
Ik ben een vechter, dat is zeker. Ik overwon de ziekte van de tijd. Maar bij elke kritiek ga ik frontaal de aanval in. Ik ontzie niemand in mijn spervuur van kwetsende woorden en stekende zinnen. Ik rust niet tot de aanval afgeslagen is.
Liegen is mijn tweede natuur. De leugen bevestigen en mezelf vrij pleiten van elke schuld. Ik, de man die zoveel betekende voor deze sport heb het gelijk steeds weer aan mijn kant. Mijn geloofwaardigheid voedt de vragen bij het verhaal van de ander. Ik buit het uit, wetend dat men meer geloof hecht aan mijn verhaal.
Valsspelen. Ik zie het als slim omgaan met middelen die iedereen bereiken kon. Neem de doping weg en ik won nog steeds die zeven rondes. Het gaf me zelfvertrouwen in een periode waar de geest sterker zijn moet dan het lichaam.
Geldverslaafd. Ook dat speelde mee in dit verhaal. Als jongen die het thuis niet breed had wou ik voor mezelf een veilige financiële toekomst. Ik zag het niet als frauduleus handelen. Die sponsors wilden hun naam verbinden met mijn winners imago.
Machtsmisbruik. Door mijn macht als kapitein van de ploeg, de leading man van het team, was mijn wil wet. Ik besliste wie mee in het bad sprong. Ik besliste voor wie het avontuur over was. Slechts één ding stond hier centraal en dat was mijn overwinning. Ik was een beest, een allesvreter. Vriendschap was hier van geen tel.
Ik was een wielericoon die nu werd uitgespuwd en veracht. En ik verdiende het. Mensen kwetsen en bedriegen doe je niet ongestraft. Wie zijn vingers verbrand moet op de blaren zitten. Ik was diep beschaamd. Ik was de hoop van honderden kankerpatiëntjes, het levende verhaal. Nu was ik hun verdriet, een kankergezwel dat weggesneden worden moest. Mij restte nog één taak, vanaf nu elke dag opnieuw, rechtzetten wat ik vernield en gebroken had. En die taak begon nu.

Autoburen

10 dec

Door professionele omstandigheden proef ik de laatste tijd heel vaak van “het leven zoals het is … Autorijden”. Gek hoe je zoveel tijd kan doorbrengen in een – als je het heel simplistisch bekijkt – blikken doos met vier wielen en een zeteltje. Het gevoel van het rijden kende ik al. Dat, heeft me laatste tijd weinig bijgebracht. Maar de bedrijvigheid en vooral de numerieke aanwezigheid van dit vervoersmiddel, dát heeft me echt versteld doen staan. De lange en verre verplaatsingen naar onze Limburgse landgenoten verruimden mijn stereotiepe routine van vertrek en eindtijd. Het had immers geen zin om slechts halve dagen ter plaatse te zijn of uren in de file te gaan staan. Ik vertrok dus om 6 uur en kwam vaak na 19u terug thuis. Eens uit je routine stappen (ongewild of niet), levert vaak andere ervaringen op. Pas als je die (in mijn geval) tienjarige route verlaat en op andere momenten dan voorheen langs bepaalde punten voorbij komt, besef je hoe erg je steunt op structuur. Voorheen kon ik perfect aan de bus van de Herzeelse school aftoetsen hoe laat of hoe vroeg ik die dag was. Iets verderop kon ik aan de meneer met de Jeep merken of ik al wat van mijn achterstand had ingehaald. En zo, had ik op mijn vaste traject verschillende ijkpunten, die ik (vaak onbewust) stelselmatig ging afwegen. Nu echter, was ik die structuur wat kwijt. Op zo’n vroeg uur, was ik nog maar zelden vertrokken. Ik kon dan ook moeilijk afwegen hoe het met mijn tijdschema zat. Door het ontbreken van enige houvast ga je scherper observeren. Daardoor lijken sommige zaken ook veel bedreigender of groter dan ze in werkelijkheid zijn. De bedrijvigheid op zo’n vroeg uur, sloeg me echter met verstomming. Van zodra je deel gaat uitmaken van de autostrade abonnees, stijgt de intensiteit van het verkeer enorm. Ik kan er echter nog steeds met mijn hoofd niet bij dat op zo een onmenselijke uur (en dat zeker voor een langslaper als ik), er vaak nauwelijks een plekje vrij was op de verschillende autostrade rijstroken. Het was van moment 1 vechten om je plaatsje te bemachtigen tussen Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs, bestelwagens van allerlei soort en personenwagens waar vaak (en ja daar hoorde ik ook bij) maar 1 persoon in aanwezig was. Ik, die meestal wakker word in de auto met vogelmuziek of oceaangeluid van Dan Gibson of met Radio 1 (maar dan heel zacht), moest plots direct aan de bak. Optrekken, remmen, weer optrekken, weer remmen. Tjonge jonge, was me dat even wat anders dan dat slakkengangetje waarmee ik de secundaire wegen voorheen afreed naar mijn dagelijkse job. Ik wist eerlijk gezegd amper waar ik het had. Af en toe stond het verkeer dan stil. Dan kon ik stiekem even spieken in de wagens naast me. Ik zag er de gekste dingen. Slapende mannen met hun mond wijd open, een man die al rijdend de krant las, een verkoper die op de iPad met grafieken in de weer was. Ja, gelukkig ook gewone mensen. Een vrouw die haar lippen stiftte, een koppel dat ruzie had en mensen die – net als ik – probeerden om de dag te beginnen (in alle rust, ahum) en heelhuids op hun werk aan te komen. De meeste van mijn autoburen waren gelukkig de ergste nog niet. Ik herinnerde terstond mijn allereerste keer op Ring Rotterdam. Ik reed er met mijn toenmalig Peugeotje 205 als enige Belg tussen honderden Nederlanders. Ik had nog geen GPS en wist amper welke kant ik uit moest. Dan had ik het nu in mijn veilige wagen met comfortabele zeteltjes, verwarming en eigen muziek toch echt wel goed. Ik was zelfs niet alleen, want de vriendelijke dame van de Gps wist me steeds op tijd en stond de nodige aanwijzingen te geven. En zo reed ik gesterkt door de vele hulp die ik had naar mijn bestemming. Ik wist en weet dat ik dit soort van traject de komende maanden nog vaak zal moeten afleggen. Hoe dan ook, geniet ik opnieuw ten volle. Als ik de kans heb om tussen de lange trajecten eens een dag naar mijn vaste werkplaats te rijden, ben ik blij. Ik geniet van het iets langer slapen, van de patronen die ik anders moet missen zoals de bus en de Jeep. En vooral van de rustige weg. Als ik dan toch het lange traject moet nemen, geniet ik van de auto. Van de grappige autoburen in de file of van de vele lichtjes van de steden waar ik voorbij zoef. Leuven en Brussel zijn in deze context echt wel knap! Dus eigenlijk heb ik het best wel goed. En misschien ben ik zelf wel al die tijd een ijkpunt voor een andere werkende mens geweest. Hopelijk peuterde ik toen – die eerste keer – net niet in mijn neus …

Griezelig mooi

4 nov

Gisterenavond was het eindelijk zover. Onze jongens zouden hun eerste optreden voor een groot publiek geven met het Heldergemse kinderkoor Ballabile. Dat ze er klaar voor waren wisten we wel zeker. Sinds de zomer hadden ze trouw hun wekelijkse repetitie afgewerkt. En ook de CD van zangjuf Barbara (met daarop de teksten ingezongen), was menig keer afgespeeld in huis. Zelfs papa en mama konden dus de tekstjes hier en daar vlotjes meezingen. Al zou de basstem van papa niet echt gewaardeerd worden bij de vertederende kinderklanken van het Heldergemse kinderkoor.
Maar goed, rond half zeven zetten nonkel Jimmy en ikzelf onze twee koorknapen af in de Wattenfabriek te Herzele zodat ze zich konden klaarmaken voor de show. Er was al een mooie griezelige sfeer gecreëerd in de inkomhal en onze jongens vonden het geweldig. Menig pompoen werd van naderbij onderzocht en de griezelsnoep liet hen al watertanden. Er moest echter nog eerst gezongen worden. We zetten hen dus af in de kleedkamer der artiesten en lieten hen volledig opgaan in de sfeer van heksen en monsters. Een laagje schmink zou de transformatie straks voltooien. Papa en nonkel waren niet langer gewenst en dus reden we vlug terug naar huis om onze wederhelften, neefje en nichtje op te halen. Thuis begon de spanning zich ook op te bouwen. De verbeelding deed haar werk en ook ons hart begon stilletjes een slag of tien hoger te slaan. De wens om een goede plaats te hebben in de zaal deed ons natuurlijk veel te vroeg vertrekken. Tenminste, dat dachten we…
Éenmaal opnieuw voltallig aangekomen in de Wattenfabriek, bleek ons plan om nog wat te wachten in de auto – en daar niet als eerste aan te komen – ijdele hoop. Er stond al een rij mensen en dus moesten we – om onze goede plaats te waarborgen – al aanschuiven. Onze wachttijd werd echter opgevrolijkt door de heksen, die mits vrijwillige bijdrage een leuk programmaboekje aanboden. Tijd om een eerste griezelblik te werpen op onze jongens, die hun angsten en gekke snuiten hadden laten vereeuwigen. De kapoenen deden al een eerste keer ons hart smelten. En ja, éénmaal de deuren werden geopend liet elke fiere ouder, grootouder of kennis even de mantel der beleefdheid vallen en konden we ons drummend een stoel bemachtigen in de middenbeuk. Een vrij goede plaats was dus ons deel. Het was nu wachten onze zangertjes.
De naam Ballabile een staat voor een deuntje waarop gedanst kan worden. Ideaal dus voor kinderen. Wij waren alvast razend benieuwd en het wachten mocht een orgelpunt kennen. De stem van Frida Kroket (uit Samson en voor deze gelegenheid de dame die de teksten meesterlijk aan elkaar wist te spreken) gaf het griezelstartschot. De show kon beginnen. De camera kon aan en we hielden even onze adem in.
De zangertjes openden met een spokenlied waarbij ze stappend het podium betraden en eindigden in een heksenkring. De toon was letterlijk en figuurlijk gezet. We waren één en al oor. Tita tovenaar, de draak van drakestijn, enge mannetjes, kwixakwonia en heksenrock & roll waren weergaloos en echte hoogtepunten in de liedjes. Ook de solo van onze oudste kapoen was natuurlijk één van de hoogtepunten. Zonder schroom en duidelijk zong hij Lord MacDowel zuiver en correct. Een moment om te koesteren. Als ouder kun je weinig meer verlangen van zo een jong maar muzikaal leventje. De zenuwen hadden duidelijk geen vat op zijn zotte kuren. En dus werden zijn podiumkunsten door menig mensen gesmaakt. We weten nu wel zeker dat de papa en mama genen duidelijk ook in de kleine kapoen aanwezig zijn. Vergeten we echter onze jongste zanger niet. Alle liedjes had de kleine man zich op drie maanden tijd eigen gemaakt. Een niet te onderschatten prestatie waar we terecht fier op zijn. Ook zijn stemmetje kleurde mee de warme klank van Ballabile en kwam af en toe duidelijk hoorbaar boven het kinderkoor uit. Zijn ontwapende blik en achting voor zangjuf Barbara waren ontroerend. Elk diamantje vormde samen mee de 32 karaats koordiamant. Deze was onbetaalbaar, doch griezelig mooi!
De gebeurtenissen van gisterenavond nog eens afspelend, ben ik dankbaar. De twee kleine zangertjes zongen gisteren een mooie strofe in hun levenslied. En niet alleen in dat van hen. Ook ons raakte hun klanken tot in het diepste van ons hart. Dat dit samen met de mensen uit Heldegem kon maakt het des te mooier. Dankzij onze jongens bouwden we opnieuw een bouwsteentje in de brug naar samenleven in een warme, gezellige en vreugdevolle dorpsomgeving. Want ik geloof echt dat daar muziek in zit!

Kiezen

14 okt

Deze morgen ging de wekker om zes uur. Wat een onmenselijk uur op een zondag hoor ik je denken. En ja, je hebt gelijk. Ook ik kon met moeite de ogen openhouden. Dat vrouwtje reeds om vijf uur kwart was opgestaan om te gaan werken, gaf wel moed. De nachtmerrie nog in gedachte van enkele dagen terug, besloot ik echter om te kiezen voor de korte pijn. Licht aan, deken weg en hop, daar stond ik naast mijn bed. Het idee op een verkwikkende douche verzachtte enigsinds het loden gevoel en sloffend liep ik richting de badkamer. Onze kinderen hadden we een nachtje op logé gestuurd bij meter en peter. Het vroege uur in gedachte hadden we besloten om hen de kans te geven even uit te slapen. Voor hen hoefde ik dus niet muisstil te zijn. Ik zette de kraan open en liet het water zachtjes mijn slaap verdrijven.

Na een kopje koffie en wat grasduinen door de weekendkrant sloeg de klok reeds kwart na zeven. Even kwam de gedachte in mij op om net op tijd te komen in het stembureau. De kans dat ik vandaag als plaatsvervangende bijzitter zou moeten aantreden was dan heel minimaal. Maar anderzijds hadden we (ikzelf, de kinderen en meter en peter) reeds zoveel effort geleverd dat het zinloos was nu het zielige mannetje te gaan uithangen. Ik vertrok dus te voet richting het ontmoetingscentrum met één doel. Vandaag zou ik bijzitter zijn.
Aangekomen in het stembureau waren de voorzitter Veerle en secretaris Geert reeds druk in de weer. Ik kreeg onmiddellijk koffie en een lekkere koffiekoek en eigenlijk was ik nog niet eens zeker van mijn plaats. Één na één verschenen ook de andere bijzitters in het lokaal. Een Thais Belgische vrouw had duidelijk geen zin in het verhaal en liet haar ongenoegen de vrije loop. Ik zag de kans schoon mijn plaats te versieren in het selecte groepje. Mijn aanbod werd in dank aanvaard en ik legde even later samen met de anderen de eed der geheimhouding af. Uw reporter nam fier plaats naast de voorzitster en begon driftig de groene en witte stembiljetten af te stempelen. De volmacht die ik voor het vrouwtje had meegebracht was voor ons allen een goede test om te zien hoe we moesten omgaan met de moeder der uitzonderingen. We waren klaar voor het grote werk en het verhaal kon beginnen.

Na een poosje kende ieder zijn taak en was er tijd om wat meer te observeren. Al snel kon ik duidelijke groepen onderscheiden bij de stemgerechtigden: De vroege vogel die er als de kippen bij was en de eerste files veroorzaakte. De joviale kiezer, die diep vanbinnen enige ambitie op lokaal vlak koesterde en aldus heel open, sociaal en opmerkzaam reageerde. De slaapkop, die amper de weg vond naar zijn hokje, kleurenblind was en dus amper wist waar welk stembiljet moest worden gedeponeerd. Zijn identiteitskaart vergat en eigenlijk niet besefte dat dit geen droom was. De gedistingeerde kiezer, die in maatpak heel waardig zijn stem kwam geven. De mama of papa die met zijn/haar kroost het veel te kleine hokje indook en altijd voor de nodige animo zorgde. En tot slot de nachtraaf, die rechtstreeks vanuit zijn/haar nachtelijk avontuur het stembureau opzocht en quasi stemloos zijn/haar papieren bolletje(s) kwam kleuren. We slaagden erin een goed tempo te onderhouden en zo de wachttijd tot een minimum te beperken. Alleen bij bekende gezichten werd er al eens wat meer getreuzeld door de andere stemmers. Zoals bij de gekende politierechter D’Hondt, de voormalige burgemeester uit Heldergem en wat lokale gezichten die op nationaal vlak weinig voorstellen. Om iets na één mochten we het stembureau de mond snoeren. Het invullen van de papierwinkel en het verzegelen kon beginnen. We slaagden wonderwel in onze telopdracht en tegen twee uur kon ik eindelijk de kinderen gaan ophalen. Mijn dagtaak zat erop.

Terwijl ik nu even de ochtend aan het overdenken ben, besef ik dat ik heb genoten. Niet alleen heb ik mijn bijdrage kunnen leveren aan het democratisch bestaan van ons land. Ik heb ook weer mijn horizon verruimd binnen onze kleine maar fijne gemeente. Nieuwe mensen leren kennen die onrechtstreeks reeds heel nabij waren. Maar vooral ben ik weer iets dieper verankerd geraakt in de plaatselijke kennissenkring. De keuze van vanmorgen is een goede keuze geweest. Kiezen was in dit geval zeker niet verliezen.